• Wat houdt een verwarmingsaudit in?

    Een audit op verwarmingsinstallaties t.e.m. 100kW is wettelijk verplicht in Vlaanderen en Wallonië . In Vlaanderen moet dit om de vijf jaar gebeuren, in Wallonië slechts éénmalig indien er geen wijzigingen gebeuren aan de installatie en/of het warmteverlies van de woning. De audit is een evaluatie van het rendement van het verwarmingssysteem. Men gaat het productierendement vergelijken met nieuwe performante systemen, actueel op de markt. Zo berekent men een geschatte jaarlijkse besparing die men zou bekomen, indien men zijn verwarmingssysteem zou vernieuwen/updaten. De conclusies van de audit zijn louter informatief en dus niet dwingend.

    Een audit op verwarmingsinstallaties van meer dan 100kW is wettelijk verplicht in alle gewesten met een periodiciteit afhankelijk van gewest en het type brandstof.

  • Is een verwarmingsaudit kleiner en groter dan 100 kW hetzelfde in alle gewesten? Moet men verschillende erkenningen bezitten voor de gewesten?

    De berekeningsmethode voor alle gewesten is dezelfde. De erkenningen om de audits uit te voeren in de gewesten echter niet.
    In Vlaanderen is een brandertechnicus bevoegd om een audit uit te voeren op één ketel kleiner of gelijk aan 100 kW waarvoor hij erkend is. Moet er een audit uitgevoerd worden op meerdere ketels of ketels groter dan 100 kW dan moet de audit gebeuren door een erkende verwarmingsaudit technicus H100.

    In Wallonië is een technicus 'omstandige diagnose type 1' (DAI) bevoegd om een audit uit te voeren op één ketel kleiner of gelijk aan 100 kW waarvoor hij erkend is. Moet er een audit uitgevoerd worden op meerdere ketels of ketels groter dan 100 kW dan moet de audit gebeuren door een technicus 'omstandige diagnose type 2' (DAII).

    In Brussel moet de audit (diagnose) op een verwarmingssysteem type 2 (meerdere ketels of ketels groter dan 100 kW) uitgevoerd worden door een EPB verwarmingsadviseur type 2.

  • Welk attest afleveren als men enkel de rookgasafvoer (schoorsteen) reinigt en geen onderhoud uitvoert?

    In feite zou de schoorsteenveger een attest moeten afleveren waarop vermeld staat welke handelingen hij uitgevoerd heeft en welke schoorsteendruk hij na het reinigen heeft bekomen. Het reinigingsattest voor de ketels kan daar voor gebruikt worden maar men moet alle handelingen schrappen die betrekking hebben op het reinigen van de ketel of de brander. Het reinigingsattest wordt dan gedateerd en getekend door de vakman in hoedanigheid van schoorsteenveger.

  • Waar dienen de metingen te gebeuren op een B11 ketel?

    In alle gewesten dient de meting te gebeuren ná de trekonderbreker en wel op een afstand van twee maal de buisdiameter ervan.

  • Is een waterverwarmingstoestel onderworpen aan de wetgeving?

    Bij de meeste waterverwarmingstoestellen gebeurt de warmteuitwisseling tussen de rookgassen en het sanitair warm water direct zonder warmte dragend fluïdum. In dat geval is de waterverwarmingstoestel niet onderhevig aan de Vlaamse of Waalse wetgeving.
    Een ketel welke enkel een boiler verwarmt dient te voldoen aan de wetgeving in Wallonië en Brussel. In Brussel zijn sowieso alle waterverwarmingstoestellen opgenomen in de wetgeving.

  • Brussel - Waaruit bestaat een periodieke controle en welke documenten zijn er nodig na controle?

    Gedurende een periodieke controle voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaan we de ketel en de brander reinigen en de brander afstellen. Het rookgasafvoersysteem wordt gecontroleerd en gereinigd bij ketels met open verbrandingskring. Het stooklokaal wordt gecontroleerd op luchttoevoer en –afvoer. Verder worden nog controles uitgevoerd op de meetopeningen, de kwaliteit van de verbranding, de staat van de ketel en de veiligheden, de druk in het rookgasafvoerkanaal en de aanwezigheid van het stappenplan. Ook de toegankelijke delen van het verwarmingssysteem worden nagekeken op eventuele problemen. Na de controle wordt een attest opgesteld van periodieke controle die in het logboek wordt opgenomen en waarbij telkens binnen de 30 dagen een kopie naar  Leefmilieu Brussel wordt opgestuurd. Ook het stappenplan dient opgesteld of aangevuld te worden.

  • Brussel - Moeten bestaande leidingen en accessoires ook geïsoleerd worden zonder vervanging ketel?

    Neen. Echter voor nieuwe installaties uitgevoerd ná 2011 hadden de leidingen al moeten geïsoleerd zijn zoals beschreven in de EPB ordonnantie. Let op dat bij het vervangen van accessoires, zoals pompen, boilers, kleppen etc., deze elementen en eventueel de nieuwe leidingen die deze elementen met de bestaande installatie verbinden geïsoleerd moeten worden volgens de bepalingen van de wetgeving.

  • Brussel - Hoeveel tellers plaatsen voor een ketel die twee gebouwen bedient?

    Indien een stooklokaal gemeenschappelijk is voor het verwarmen van twee of meer gebouwen dan moet er een volumetrische meting gebeuren op de brandstof leiding die het stooklokaal bedient (zelfs liefst één volumetrische meter per ketel) en een calorimeter op elk vertrek van het stooklokaal naar de verschillende gebouwen. De stand van alle meters moet éénmaal per jaar genoteerd worden voor type 2 installaties, vanaf 100 kW tot 500 kW. Boven 500 kW moeten de meterstanden maandelijks genoteerd worden.

  • Brussel - Moet men al over een berekeningsnota beschikken bij de oplevering van een installatie?

    Ja, maar de warmteverliesberekening dient niet noodzakelijk uitgevoerd te worden volgens de EN 12831 in geval van een bestaande woning. Voor een nieuwbouw beschikken wij over de EPB aanvraag en de E-peil berekening. In deze aanvraag vinden wij de warmteverliesberekening die diende voor de bouwaanvraag.

  • Brussel - Indien een ketel of waterverwarmingstoestel geen meetopeningen heeft moet deze dan afgekeurd worden?

    Elk verwarmingstoestel/waterverwarmingstoestel moet uitgerust zijn met meetopeningen

    Indien geen meetopeningen aanwezig, dienen deze door de erkende specialist aangebracht te worden

    Als de verantwoordelijke geen toestemming geeft, wordt de EPB-periodieke controle niet-conform verklaard en beschikt de Verantwoordelijke over 5 maanden om het toestel conform te maken.

    Als er geen meetopeningen zijn en evenmin kunnen worden aangebracht in de kanalen, mogen ze zich in de verwarmingsketel of het waterverwarmingstoestel bevinden, op voorwaarde dat ze ondoorlatend afgesloten kunnen worden en toelaten de kwaliteit van de verbranding nauwkeurig, veilig en ter plaatse bepalen.

    Een verzoek tot afwijking met betrekking tot de meetopeningen is mogelijk op voorwaarde dat een volledig dossier, inclusief de argumentatie, wordt overgemaakt aan Leefmilieu Brussel.

  • Brussel - Om de hoeveel jaren moet een diagnose (audit) in Brussel gebeuren?

    Een EPB-diagnose van een verwarmingssysteem van type 2 wordt uitgevoerd door een EPB-verwarmingsadviseur type 2 vóór 1/1/2024 en daarna om de vijf jaar.

    Behalve indien het verwarmingssysteem:

    • zich in een gebouw bevindt dat het voorwerp uitmaakt van een PLAGE
    • deel uitmaakt van een inrichting die minder dan vijf jaar geleden het voorwerp heeft uitgemaakt van een energieaudit
    • minder dan vijf jaar geleden het voorwerp heeft uitgemaakt van een EPB-oplevering
  • Brussel - Mag ik als verwarmingsketeltechnicus een installatie opleveren in Brussel?

    In tegenstelling met Vlaanderen en Wallonië is een erkend verwarmingsketeltechnicus niet bevoegd om een installatie op te leveren in Brussel. De oplevering  van verwarmingssystemen type 1 (één ketel kleiner of gelijk aan 100 kW) moet  uitgevoerd worden door een erkend EPB verwarmingsadviseur type 1. Moet de oplevering uitgevoerd worden op een verwarmingssysteem type 2 (meerdere ketels of ketels groter dan 100 kW) dan is de EPB verwarmingsadviseur type 2 daarvoor bevoegd.

  • Vlaanderen - Wat is een keuringsverslag/opleveringsverslag wat is verschil tussen onze twee documenten?

    Een keuringsverslag is de officiële benaming voor een opleveringsverslag.  Er is dus geen verschil.

  • Wallonië - Is de verwarmingsaudit al van toepassing ?

    Ja, de omstandige diagnose (diagnostic approfondi) wordt uitgevoerd met behulp van een berekeningsinstrument of software die door de Minister van Energie wordt vastgesteld.

    Omstandige diagnose van het type I

    • een vermogen kleiner of gelijk aan 100 kW
    • een enkele warmtegenerator
    • gevoed door vloeibare of gasvormige brandstof

    Omstandige diagnose van het type II

    • Alle andere verwarmingsinstallaties gevoed door door vloeibare of gasvormige brandstof.

    Wanneer dient men een omstandige diagnose uit te voeren?

    • Een eerste omstandige diagnose uit te voeren bij de eerstvolgende periodieke inspectie na 1 mei 2015, of tijdens de volgende controle
    • Na wijziging van de centrale verwarmingsinstallatie of een verandering in de warmtebehoefte van het gebouw, tijdens de periodieke controle na een periode van 2 jaar na de werkzaamheden
  • Wallonië - Moet men in Wallonië zoals in Brussel energiemeters plaatsen?

    Neen. Het is alleen een verplichting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.